Vogeldierenarts
Over
Zoals zoveel kinderen wilde ik al van jongs af aan dierenarts worden en in 1982 was het dan zover. Ik verhuisde naar Utrecht en begon mijn studie diergeneeskunde. Ik was altijd al geïnteresseerd in wat in Utrecht de “bijzondere dieren” werden genoemd: alle gezelschapsdieren buiten honden en katten. Vooral vogels vond (en vind) ik het einde. Ik schreef mijn afstudeerscriptie dan ook over suikerziekte bij vogels. Na mijn afstuderen ben ik bij de Universiteit gebleven en heb de vervolgopleiding “Nedelandse Specialisatie in de Vogelgeneeskunde" behaald.
​
Medio 1996 ben ik mijn eigen praktijk begonnen: de Bijzondere Dieren Praktijk "den Horst", later omgedoopt tot Vogelpraktijk de Horst. Mijn eerste praktijk was gevestigd op het terrein van de stichting Nederlandse Opvang Papegaaien (NOP). Daar was ik, naast de werkzaamheden in mijn eigen praktijk, verantwoordelijk voor de gezondheid van de ruim 4000 dieren op het terrein van het NOP, het begeleiden van studenten bij het doen van onderzoek en het verlenen van hand- en spandiensten bij in beslag genomen dieren. Na het overlijden van haar directeur is de stichting NOP korte tijd later opgeheven. Daarom is mijn praktijk in 2011 verhuisd naar Riel.
​
Ik heb het altijd belangrijk gevonden om naast het werk met patiënten ook op een andere manier met mijn werk bezig te zijn. Daarom heb ik met plezier gevolg gegeven aan de vraag het Huisdier Kennis Instituut om cursussen te geven aan mensen die in dierenwinkels werken. Namens het NOP heb ik enkele jaren in het bestuur gezeten van de Vereniging voor Opvangcentra van Niet gedomesticeerde Dieren waar bijvoorbeeld Stichting AAP en de zeehondencrèche ook lid van waren. Ook ben ik ruim 10 jaar lid van de CITES-commissie geweest. Deze commissie adviseert de overheid op het gebied van beschermde dieren en planten. Toen in 2004 alle dierentuinen maar ook veel kinderboerderijen en vakantieparken moesten voldoen aan een nieuwe Europese richtlijn ben ik enige tijd betrokken geweest bij de invulling en uitvoering van deze “dierentuinenrichtlijn”.
​
Maar mijn hart ligt vooral bij het behandelen van (vogel-)patiënten. Sinds ik in Riel mijn praktijk heb gaat mijn aandacht vooral daar uit. Daarom heb ik mijn nevenactiviteiten wat aan banden gelegd. Dat wil niet zeggen dat ik niets anders doe op vogelgebied. Ik geef regelmatig lezingen en schrijf artikelen in tijdschriften en boeken. Tenslotte ben ik enige tijd geleden voorzitter geworden van de Speciaalclub voor Vruchten- en Insectenetende vogels. Ik beleef ontzettend veel plezier aan dit werk en ik denk dat het voorkomt dat ik teveel met alleen een “dierenartsenbril” op mijn werk doe.